Inleiding voorjaarscongres NVvK & VMBZ 2020
‘Zilver is nog lang geen goud’ schreven Willem Berendsen en Rob Burgersdijk in 1995 bij het 5e lustrum van beide verenigingen. Zij doelden op de uitdagingen die de verenigingen nog voor zich hadden, zoals het verbeteren van zorg voor risicogroepen en het opleiden van voldoende deskundige zorgverleners. In 2020 is er dan goud, beide zusterverenigingen bestaan 50 jaar. Terugkijkend op de afgelopen periode is er zeker reden om trots te zijn op de ontwikkelingen die de verenigingen hebben doorgemaakt, zoals het opzetten van de unieke opleidingen voor tandarts-pedodontologen, tandarts-gehandicaptenzorg en tandarts-angstbegeleiding, het ondersteunen van divers onderzoek naar inzichten in mondgezondheid van specifieke patiëntengroepen en risicogroepen, maar ook onderzoek op populatieniveau en het stimuleren van mondzorgverlening in een interdisciplinair team.
In 1970 stelde de NVvK zich ten doel ‘de wetenschap met betrekking tot de kindertandheelkunde te bevorderen en de resultaten daarvan dienstbaar te maken aan de gezondheid van het kind.’ De VMBZ stelde in 1984 het doel ‘het bevorderen en handhaven van een optimale tandheelkundige gezondheid van geestelijke en/of lichamelijk gehandicapten’. Uit bovenstaande valt te concluderen dat de verenigingen deze missies hebben nageleefd.
De gemeenschappelijke voorjaarscongressen zijn hierbij een doeltreffend middel gebleken en zorgen voor kruisbestuiving van kennis onder mondzorgverleners.
Het is met groot genoegen dat ik u uitnodig voor het voorjaarscongres van zowel de Nederlandse Vereniging voor Kindertandheelkunde (NVvK) als de Vereniging tot Bevordering der Tandheelkundige Gezondheidszorg voor Gehandicapten (VMBZ). Want het is feest! Dat vieren we met alle leden. Naast de wetenschappelijke aspecten zullen de mondzorg, de verenigingen en ons medemenselijke van een andere kant worden bezien. De congrescommissie daagt u uit om met ons tussen de regels door te lezen en wenst u een verrijkend, gezellig en stimulerend congres toe.
Karin van Nes, voorzitter congrescommissie.
Armanda Boonstra
Chantal Borsjé
Roelien Feenstra
Nanda Greving-Visser
Mariëtte Schorfhaar
Marjolein van Stiphout
Emie Veldt